VOOR MIJ IS HUILEN VERBONDEN MET ZWAKTE

Voor me zit Yrsa met kleurige kleding en krullend vrolijk opspringend haar te vertellen dat ze altijd pijn heeft.

Haar hele leven heeft ze altijd pijn.

“Ik heb een heel dik medisch dossier”

Ze begint te noemen:

  • Met 1 jaar maag leeggepompt.
  • Astma
  • Allergieën
  • Oorontsteking
  • Elk botje bijna gebroken
  • Rug gebroken door ongeluk
  • Sowieso rugklachten
  • Stuipen in de benen

Ze ervaart ook dat iets haar tegenhoudt om naar binnen in zichzelf te gaan.

De intentie van deze sessie is het verlangen naar een gezond lijf en zegt ze; “vanuit ontspanning mijn leven, leven”.

Door mij galmt de zin heen; Zolang er pijn is, is er leven.

Ik deel de zin met haar en ze ervaart er herkenning en kloppendheid in.

Ik vraag gebeurtenissen vanuit haar eigen leven, dat van haar ouders en grootouders op.

Letterlijke feitelijke gebeurtenissen bijvoorbeeld wat er in de oorlog heeft plaatsgevonden, waar het gezin van opa’s en oma’s woonden, hoeveel kinderen er waren en welke kerk ze bezochten, schrijf ik op.

Daarna gaat Yrsa liggen op de bank.

Ze brengt haar aandacht naar de sensaties in haar lichaam.

Een hand gaat al snel naar haar maag.

De zin; “Ik moet mensen in de gaten houden, komt bij haar op”.

In wat voor een ruimte ben je als je dit voor het eerst ervaart?

Ze beschrijft een witte ruimte.

Het is een moment waar ze al eerder over heeft gedeeld.

Haar maag wordt als dreumes leeggepompt omdat ze een potje pillen van haar moeder heeft op geslikt.

Mama is er niet bij.

Ze kan het niet aan. Ylsa is alleen met de mensen van het ziekenhuis.

Met dit gevoel en deze ervaring komen we bij nog een ervaring verder in het verleden.

Niet het leven van Ylva.

Maar wel het leven van een klein meisje.

Ze mag niets voelen bij het feit dat haar vader een mee werkt aan een openbare verbranding van een vrouw.

Het meisje wil heel hard huilen en gillen en schreeuwen maar dat kan niet.

Dat mag niet.

Daardoor kan ze bijna niet in haar kleine lijfje blijven.

Het trauma van de toeschouwer van deze verbranding te zijn is zo groot dat ze hier niet meer wil zijn.

Niet veel later valt het kleine meisje in een put.

Ze breekt alles haar ziel vliegt uit haar lichaam.

Haar lichaam is zo kapot dat ze niet meer terug in het lichaam kan.

De oma die ze in dat leven had, vind dat ze een goede schoonzoon heeft.

Hij volgt het minste de regels op.

Pas nadat het haar kleindochter vertelt dat toeschouwer zijn van deze verbranding bij haar heeft veroorzaakt verzacht oma en ziet ze in dat haar kleindochter daarom niet in leven kon blijven.

Ze zien beiden dat het trauma van toeschouwer zijn van de verbranding tot de val in de put heeft geleid die ogenschijnlijk toevallig lijkt.

Het heeft met het pad van de ziel te maken en met creatiekracht.

Op 12 juli komt Yrsa opnieuw.

Ze realiseert zich dat ze tijdens de vorige regressiesessie de emotie niet in kon gaan.

Zo zijn er meer kwartjes gevallen. Ze kent proceswerk en ze kent heling maar niet op zo’n manier dat je de sensaties die je voorouders in ervaringen niet hebben kunnen toe staan alsnog toestaat.

Ze had gedacht als ik nu ga huilen, vindt Loes dat er lelijk uit zien.

Dan zegt ze;

“Mijn vader was één grote huilebalk. Voor mij is dat verbonden met zelfmedelijden en zwakte”

Waarna zich een verhaal ontvouwt, wat het levensverhaal is van haar oma.

De moeder van haar vader.

Zij is 15 keer zwanger geweest waar maar 4 kinderen van ouder dan 2 jaar zijn geworden.

In deze ervaring van oma ervaart ze dat ze alles in het moederschap alleen moet doen.

En het is ook nog oorlog en ze is bang.

Haar man: Vader (dit is dus de opa van Yrsa) is een lieve man.

Maar hij kan geen verantwoordelijkheid dragen.

Daar op volgend zegt ze;

“Als ik breek valt alles in elkaar, dan is er niemand voor het gezin.”

Ze mag dus niet voelen, huilen en toegeven aan haar vermoeidheid.

De pastor van de katholieke kerk komt langs om te vragen of je zwanger bent.

Zo gaat dat.

Ze is dus constant zwanger.

Ook is er het besef dat ze niet meer te geven heeft dan dat ze al geeft aan 4 kinderen en de jonge baby die gehandicapt is.

Ze hoort van de buurvrouw van kruiden in de tuin die je plukt en waarmee je zwangerschappen en leven afbreekt.

Met vele dode baby’tjes als gevolg.

Ze heeft het gedaan.

Ze heeft ze vermoord.

Ze begrijpt het van zichzelf.

Maar ze heeft ook geleerd dat je dan naar de hel gaat.

Een deel geloofd dat niet.

Maar er is ook het besef dat ze altijd in een hel geleefd heeft.

Er zaten vitrages om haar heen, waardoor ze zich niet meer met de levende kinderen en haar man kon verbinden.

Schuldgevoel.

“Ik moet iedereen heel houden alles gaat maar dood.”

Wordt een mantra terwijl ze tegelijkertijd ze iedere dag denkt aan de kinderen wiens leven ze heeft genomen.

Ze houdt zich voor dat ze niet zeker weet dat het door de kruiden komt.

Ze heeft zich niet aan de regels van de kerk gehouden.

Daarom wijst ze ieder levend familielid op regels waar je je aan moet houden.

Ook tussen haar en haar kleindochter Yrsa die hier nu op de bank ligt haar verhaal te vertellen, gaat het niet zo lekker.

Yrsa wil zich niet aan de regels houden.

Dat raakt oma.

Ergens voelt ze dat ze hetzelfde is als Yrsa maar ergens kan dat ook niet.

Misschien heeft oma onbewust wel aangevoeld dat Yrsa haar grote geheim naar boven zou halen.

En hield ze daarom nog iets meer afstand naar haar en was ze ook tegen haar strenger.

Oma ziet dat Yrsa haar spiegelt.

Yrsa breekt bijna letterlijk alles zelfs haar rug om volledig afhankelijk te zijn van een man die verantwoordelijkheid neemt.

Precies het tegenover gestelde.

Oma beseft dat als ze aan haar emoties had toegeven, haar vermoeidheid had toegestaan.

En haar gevoelens over zwanger worden had laten zien er wellicht iets anders was gebeurt bij haar man.

Dan was oma zelf gebroken maar had hij wellicht beter de verantwoordelijkheid kunnen dragen.

Dan hebben ze het misschien samen kunnen doen.

Nu is het ene uiterste geweest en heeft haar kleindochter het andere uiterste moeten leven.

Na deze sessie blijkt dat Yrsa helemaal moet stoppen met alle activiteiten die ze altijd deed.

Ze heeft rust nodig om te herstellen en te verwerken van alles wat er in haar leven en dat van al haar voorouders heeft plaatsgevonden.

Ook de link tussen hier weer opnieuw in deze realiteit in een lichaam zijn en de pijn van “leven” die er in vorige levens was, heeft ruimte nodig.

Het gaat om leren liefhebben van de ervaringen die er hier op aarde in een lichaam zijn.

Geen gemakkelijke moment in haar leven.

Het lijkt alsof alles in haar samen komen en ze heeft het er mee te doen.

Ze leert acceptatie en te zijn met wat er is, beiden vormen van zelfliefde.